Na de middag had ik een grote hazenkop uit papier-maché in het midden van de onthaalhoek geplaatst. De kleuters maakten al vlug de link met Haas en het boek. Ze waren erg enthousiast tijdens het voorlezen. Sommige kleuters moesten nog even wennen aan het idee dat je van wortels taart kan gaan bakken.
In de loop van de week heb ik het verhaal nog twee keer voorgelezen. Telkens plaatste ik toen de hazenkop in het midden van de onthaalhoek. De tweede keer had Haas een koksmuts op. ‘Haas heeft een kokshoedje op’, riepen de kleuters toen ze de klas terug binnen kwamen. ‘Och’, zei ik,’waarom zou hij dat nu op hebben?’. De kleuters waren erg enthousiast. Ze wisten wel waarom Haas een koksmuts op had, hij zou worteltjestaart gaan bakken. Ik liet de kleuters even vertellen en zo kwamen we opnieuw bij het verloop van het verhaal en ging ik vrij vertellen. Het viel me op dat de kleuters toen al heel veel zelf konden aanbrengen over het verloop.
De derde keer gingen de kleuters aan de hand van de prenten en vragen zelf het verhaal vertellen. Dat lukte hen erg goed, mijn inbreng was nog maar heel klein. Ik had ook toen eerst weer de hazenkop in het midden geplaatst. Hij had geen koksmuts op, maar een boodschappenmand bij zich. Enkele kleuters mochten al eens in het mandje piepen. In de boodschappenmand zat een zakje, een zakje met wortels. Ik vroeg de kleuters waar Haas de wortels vandaan haalde, wat hij er mee zou doen, … Zo kwamen we opnieuw bij het verhaal aan en gingen de kleuters deze keer alles zelf vertellen.
Maandagnamiddag heb ik ook samen met enkele kleuters de winkelhoek omgetoverd tot een echt groentekraam. Een groentekraam zoals Rat. Vooraf had ik wat schrik voor deze activiteit. Zouden de kleuters wel voldoende geboeid zijn? Zouden ze niet liever meteen echt gaan spelen in de winkel? Gelukkig viel het inrichten enorm in de smaak en waren de kleuters erg geboeid bezig. De hele week vonden ze het heerlijk om er te spelen. Ik heb een lijstje moeten hangen met de klassymbolen, zodat iedere kleuter de kans kreeg om te kiezen voor het groentekraam tijdens de stageweek.
In het kraam stonden kratten met verschillende groenten. Ik had kaartjes gemaakt met afbeeldingen en foto’s van verschillende groenten. Er waren ook kaartjes met een mmmhgezichtje en een bah-gezichtje, kaartjes met kleuren en grote en kleine pijlen. De kleuters konden deze kaartjes met velcron bevestigen aan de verschillende kratten. Alle groenten werden gesorteerd en in de juiste krat gelegd. Er waren echte groenten en plastieken groenten. De kleuters maakten met gekleurd zoutdeeg ook zelf groenten voor hun groentekraam.
Op donderdag had ik prijskaartjes voor het kraam. Deze stonden allemaal op stokjes en konden de kleuters in de buisjes op de kratten schuiven of in de groenten prikken. Dat vonden ze erg leuk. Met knopen konden ze de groenten betalen. Ik had er ook een doosje geplaatst met boodschappenlijstjes in. Op de boodschappenlijstjes stonden figuren van groenten die de kleuters in het kraam konden gaan kopen. De kinderen gingen helemaal op in het rollenspel en gingen volop groenten kopen en verkopen.
We leerden ook een heus groentelied. Het viel me op hoe vlug de kleuters het lied konden meezingen. Aan de hand van de prenten op het bord gingen we speels te werk met dit themalied. De begeleiding op het keyboard vonden de kleuters heel fijn. Ze waren ook heel enthousiast toen ze zelf aan de slag mochten met de muziekinstrumenten. Erwten en wortels, sla en tomaat, bonen en spruiten, dat smaakt!
Op dinsdagnamiddag kwam Haas (stokpopje) in onze klas op bezoek. Haas was niet zo gelukkig. Hij had zo graag een grote moestuin gehad waar hij prei en bloemkool kan zaaien, want zijn eigen kleine tuintje staat al helemaal vol met worteltjes om worteltjestaart van te bakken. De kleuters waren erg meelevend, maar hoe konden wij Haas nu gaan helpen? Toen zei Haas dat het echt geen grote moestuin hoefde te zijn, een klein lapje grond zo groot als een schoendoosdeksel was voor hem zeker groot genoeg. De kleuters waren meteen heel enthousiast, want hadden ze maandag niet allemaal een schoendoosdeksel meegebracht naar de klas?
De kleuters wreven hun schoendoosdeksel helemaal in met knutsellijm. Daarna scheurden ze stukken donker- en lichtbruin papier en kleefden die in hun deksel. Daarna ging iedereen een tuinhuisje met Haas kleuren. Toen dat af was, bevestigde ik het met de nietjesmachine aan de wand van het schoendoosdeksel. Daarna mochten de kleuters met kurkenschijfjes een paadje aanleggen door de aarde naar het tuinhuis. De kleuters vonden het erg leuk om te doen. Als laatste konden de kleuters met verschillende kosteloze materialen groenten voor de moestuin maken.
Op woensdag waren de kleuters tijdens een meditatiemoment zelf tomatenzaadjes die uitgroeiden tot grote planten met mooie tomaten. Daarvoor waren de kleuters ook al echte zaaiers geweest zoals Haas, want iedereen zaaide een eigen potje tuinkers. We moesten er natuurlijk even bij stilstaan hoe de zaadjes zouden gaan groeien en wat ze daarvoor nodig hebben. In de klas deden we dit onder andere aan de hand van een tijdslijn. Op de tijdslijn wordt in verschillende stappen het groeiproces van de worteltjes van Haas weergeven. De kleuters konden de verschillende stappen, in de juiste volgorde, zelf met velcron op de tijdslijn bevestigen.
Op donderdagmorgen hebben de kleuters tijdens het ochtendonthaal een wortel uit de emmer aarde getrokken. Het was een heel leuk moment met een groot verrassingseffect. De kleuters keken telkens vol spanning toe welke wortel uit de aarde zou komen. Wordt het een lange wortel of juist een hele korte? Een dikke of een dunne wortel?
Donderdagnamiddag hebben we dan eindelijk zelf worteltjestaart geproefd. De kleuters hadden erg naar dat moment uitgekeken. Ik had de taart in heel kleine schijfjes gesneden, zodat iedereen even kon proeven. Ik dacht misschien nog taart over te hebben om de leerkrachten tijdens de speeltijd ook een stukje te geven, maar de kleuters beslisten er anders over. Ze vonden de worteltjestaart zo lekker dat ze hem helemaal zelf hebben opgesmuld.
